Bepalen of geïnstalleerde software correct werkt, vereist een veelzijdige aanpak. Er is niet één definitieve test, maar eerder een combinatie van controles, afhankelijk van het type software. Hier is een overzicht:
1. Basisfunctionaliteitscontroles:
* Start de software: De eenvoudigste controle. Kunt u het programma zonder fouten openen? Toont het het hoofdvenster of de interface?
* Basisfuncties testen: Probeer de kernfuncties. Voor een tekstverwerker typt u wat tekst, slaat u deze op en opent u deze opnieuw. Voor een spel start u een nieuw spel en kijkt u of het spel vooruitgang boekt. De details zijn volledig afhankelijk van de software.
* Foutmeldingen: Let goed op eventuele foutmeldingen die verschijnen. Dit zijn vaak aanwijzingen voor problemen. Noteer de exacte bewoording van de fout.
* Systeemvak/menubalk: Sommige software draait op de achtergrond. Controleer uw systeemvak (rechtsonder in Windows, rechtsboven in macOS) of menubalk op pictogrammen die aangeven dat de software actief is en functioneert.
2. Meer geavanceerde controles:
* Controleer de logboeken van het programma: Veel programma's houden logbestanden bij waarin hun activiteiten, inclusief fouten, worden vastgelegd. De locatie van deze logboeken varieert sterk, afhankelijk van de software en het besturingssysteem. Kijk in de installatiemap van de software of in de algemene logmappen.
* Gebruik de ingebouwde diagnostiek van de software: Sommige software bevat zelfdiagnosetools. Controleer het helpmenu of de instellingen van het programma.
* Vergelijk met verwacht gedrag: Heeft u documentatie of een eerdere versie om mee te vergelijken? Komt het huidige gedrag overeen met het verwachte gedrag op basis van de beschrijving of ervaringen uit het verleden?
* Online bronnen raadplegen: Zoek naar veelvoorkomende problemen met de naam en het versienummer van de software. Forums, veelgestelde vragen en ondersteuningswebsites kunnen oplossingen bieden.
* Controleer het gebruik van systeembronnen: Als de software ongewoon langzaam draait of ervoor zorgt dat uw systeem vastloopt, controleer dan de bronnenmonitor van uw computer (Taakbeheer in Windows, Activiteitenmonitor in macOS) om te zien of deze overmatig CPU-, geheugen- of schijf-I/O verbruikt. Hoog gebruik kan op een probleem duiden.
* Installeer de software opnieuw: Als u als laatste redmiddel vermoedt dat er sprake is van corruptie, kunt u proberen de software opnieuw te installeren. Zorg ervoor dat u het eerst volledig verwijdert.
3. Softwarespecifieke overwegingen:
* Stuurprogramma's: Voor hardwaregerelateerde software (printers, grafische kaarten), controleer apparaatbeheer (Windows) of Systeeminformatie (macOS) om er zeker van te zijn dat de stuurprogramma's correct zijn geïnstalleerd en functioneren.
* Netwerksoftware: Test de netwerkverbinding en zorg ervoor dat u verbinding kunt maken met internet of andere apparaten, afhankelijk van het doel van de software.
* Databasesoftware: Controleer de database-integriteit, voer query's uit om ervoor te zorgen dat gegevens toegankelijk en correct zijn.
In het kort: Testen of geïnstalleerde software werkt, omvat een combinatie van controles op gezond verstand, het onderzoeken van mogelijke foutmeldingen en het raadplegen van bronnen die specifiek zijn voor die software. Hoe complexer de software, hoe diepgaander uw tests moeten zijn. |