Hier vindt u een algemene handleiding voor het installeren van Carsoft-software, maar houd er rekening mee dat specifieke installatie-instructies kunnen verschillen, afhankelijk van uw Carsoft-versie en automodel.
1. Verzamel de benodigde materialen:
- Carsoft-software (cd of gedownload)
- Verbindingskabel (OBD of ander geschikt type)
- Voertuigspecifieke datakabel
- Computer of laptop met Windows XP/7/8/10
- Beheerdersrechten op uw computer
2. Systeemcompatibiliteit verifiëren:
- Zorg ervoor dat uw computer voldoet aan de hardware- en softwarevereisten.
- Controleer de compatibiliteit van het Carsoft-systeem met uw voertuig.
3. Voertuig voorbereiden:
- Sluit alle deuren en ramen van het voertuig.
- Schakel de motor uit en zorg ervoor dat de contactschakelaar in de stand "Uit" staat.
- Zoek de diagnoseconnector (OBD-poort) in uw voertuig.
4. Carsoft-software installeren:
- Plaats de Carsoft-cd in uw computer of mount de gedownloade ISO-image.
- Volg de installatie-aanwijzingen op het scherm. Geef beheerdersrechten op als daarom wordt gevraagd.
- Selecteer uw gewenste installatietaal.
- Kies een doelmap voor de software (noteer deze locatie).
- Voltooi het software-installatieproces.
5. Verbinden met voertuig:
- Sluit na de installatie uw computer met behulp van de verbindingskabel aan op de diagnoseconnector van uw voertuig.
- Zorg ervoor dat de verbinding veilig is.
6. Carsoft-software starten:
- Ga naar de Carsoft-software-installatiemap die u tijdens de installatie hebt opgegeven.
- Zoek en dubbelklik op "Carsoft.exe" of een vergelijkbaar uitvoerbaar bestand om de software te starten.
7. Softwareconfiguratie:
- Volg de instructies op het scherm om de software te configureren.
- Selecteer het juiste voertuigmerk, model en variant uit de lijst.
8. Verbinding tot stand brengen:
- De Carsoft-software moet het aangesloten voertuig detecteren. Als dit niet het geval is, controleer dan uw verbinding en selecteer de juiste poort of verbindingsmethode.
9. Softwareaanpassing:
- Mogelijk moet u de functie "Data Manager" of "Data Update" in de software uitvoeren om voertuigspecifieke gegevens te installeren (indien beschikbaar).
10. Diagnostiek:
- Start diagnostische handelingen op basis van uw softwareversie en gewenste taken (bijvoorbeeld het lezen van foutcodes, live gegevens, codering).
Belangrijke opmerkingen:
- Lees en volg de instructies van de fabrikant voor zowel de Carsoft-software als uw specifieke voertuig.
- Verbreek altijd de Carsoft-verbinding als u klaar bent om problemen te voorkomen.
- Sommige Carsoft-versies vereisen mogelijk een specifieke interface of hardwaresleutel voor bepaalde diagnostiek.
- Het gebruik en de functionaliteit van Carsoft kunnen variëren, afhankelijk van uw voertuigmodel en de Carsoft-softwareversie die u heeft. |