Een VGA-signaal draagt analoge videogegevens en horizontale/verticale synchronisatiesignalen over van een videobron (zoals een computer) naar een weergaveapparaat. Het werkt met een vaste resolutie en vernieuwingsfrequentie, en gebruikt drie afzonderlijke kabels om de rode, groene en blauwe kleurcomponenten te dragen.
Elk van de drie VGA-kabels transporteert een analoog spanningssignaal van 0,7 tot 1,0 V voor een digitale waarde van 0 en een spanning van 0,0 tot 0,3 V voor een digitale waarde van 1. De spanningsniveaus worden door het weergaveapparaat geïnterpreteerd om te bepalen de kleur en intensiteit van elke pixel op het scherm.
VGA (Video Graphics Array) is een oude analoge signaalstandaard die dateert uit eind jaren tachtig. Het is nu grotendeels vervangen door digitale standaarden zoals DVI en HDMI, omdat het visuele ruis kan produceren en geen hoge resoluties en vernieuwingsfrequenties kan ondersteunen. |