Voorbeeld van een papiergebaseerde database:Catalogus van de bibliotheekkaart
Een traditionele bibliotheekkaartcatalogus is een goed voorbeeld van een papieren database. Hier is hoe het functioneert:
* Gegevensorganisatie: Elk boek in de bibliotheek wordt vertegenwoordigd door een kaart in de catalogus. Deze kaart bevat essentiële informatie zoals:
* Titel: De naam van het boek
* Auteur: De persoon (s) die het boek schreef
* Onderwerp: Het belangrijkste onderwerp (en) dat onder het boek wordt behandeld
* Oproepnummer: Een unieke identificatie die helpt bij het vinden van het boek in de schappen
* Andere informatie: Kan publicatiedatum, uitgever of andere details omvatten.
* Ophalen: De kaarten zijn georganiseerd in alfabetische laden , met het hoofdvermelding meestal de achternaam van de auteur. U kunt ook boeken op titel of onderwerp vinden door door de relevante laden te bladeren.
* Gegevensstructuur: De kaartcatalogus is een lineaire database , waar informatie opeenvolgend op kaarten wordt opgeslagen. Elke kaart vertegenwoordigt een enkel record.
* Beperkingen:
* Moeilijk te zoeken: Het vinden van specifieke informatie moet door meerdere laden bladeren of indexkaarten gebruiken voor extra zoekopdrachten.
* langzaam bijwerken: Het toevoegen van nieuwe records of het bijwerken van bestaande vereist het handmatig maken of wijzigen van kaarten, wat tijdrovend kan zijn.
* Fysieke ruimte: De kaartcatalogus vereist aanzienlijke opslagruimte.
Moderne bibliotheken: De meeste bibliotheken zijn overgestapt op digitale databases (online catalogi) die sneller zoeken, gemakkelijkere updates en meer toegankelijkheid bieden.
Dit voorbeeld laat zien hoe papieren databases ooit essentieel waren voor het organiseren en toegang krijgen tot informatie. Ze illustreren de principes van gegevensopslag en ophalen, zij het op een meer handmatige en tijdrovende manier in vergelijking met moderne digitale databases. |