Een veld in een database is als een kolom in een spreadsheet . Het is een fundamentele bouwsteen die een specifiek type gegevens opslaat Voor elk record in een tabel. Stel je een tabel voor "klanten" - elke klant heeft een naam, adres, telefoonnummer, enz. Dit zijn allemaal velden:
* naam: Slaat een reeks tekens op die de naam van de klant vertegenwoordigt.
* adres: Slaat een reeks tekens op die het adres van de klant vertegenwoordigen.
* Telefoonnummer: Slaat een nummer op dat het telefoonnummer van de klant vertegenwoordigt.
Hier is een uitsplitsing van belangrijke punten:
Key -functies:
* Gegevenstype: Elk veld heeft een specifiek gegevenstype (bijvoorbeeld tekst, nummer, datum, boolean). Dit zorgt ervoor dat de opgeslagen gegevens consistent zijn en helpt de database de opslag en bewerkingen te optimaliseren.
* unieke identificatie: Velden kunnen ook unieke identificatiegegevens hebben, zoals primaire toetsen, die ervoor zorgen dat elk record in een tabel een duidelijke waarde in dat veld heeft.
* Gegevensintegriteit: Velden helpen bij het handhaven van gegevensintegriteit en zorgen ervoor dat gegevens nauwkeurig en consistent zijn. U kunt bijvoorbeeld een veld "telefoonnummer" definiëren om alleen nummers in een specifiek formaat te accepteren.
Analogie:
Denk aan een database zoals een bibliotheek. Elke tabel is een plank, elke rij is een boek en elk veld is een hoofdstuk in het boek. Elk hoofdstuk bevat een specifiek type informatie, zodat het boek georganiseerd en zinvol is.
Voorbeelden:
* In een "werknemers" -tabel:
* Employee ID (Numerieke, primaire sleutel)
* voornaam (tekst)
* Achternaam (tekst)
* Huur datum (datum)
* salaris (Numeriek)
* In een "Producten" -tabel:
* Product -ID (Numerieke, primaire sleutel)
* Productnaam (tekst)
* categorie (tekst)
* prijs (Numeriek)
* Beschrijving (tekst)
Inzicht in velden is cruciaal voor het werken met databases, omdat ze de basis vormen voor het organiseren en opslaan van gegevens. |