De twee hoofdfuncties van een database zijn:
1. Gegevens opslaan en organiseren: Dit is de fundamentele functie. Databases bieden een gestructureerde en georganiseerde manier om enorme hoeveelheden informatie op te slaan. Ze gebruiken verschillende datamodellen (relationeel, NoSQL, enz.) Om gegevensintegriteit, consistentie en efficiënt ophalen te waarborgen.
2. Toegang tot gegevens verstrekken: Zodra de gegevens zijn opgeslagen, bieden databases mechanismen om deze informatie te vragen, op te halen en te manipuleren. Hierdoor kunnen gebruikers (applicaties, analisten, enz.) Toegang krijgen tot de relevante gegevens voor verschillende doeleinden, zoals analyse, rapportage, besluitvorming en applicatieontwikkeling.
Deze twee functies zijn met elkaar verweven en werken samen om effectief gegevensbeheer mogelijk te maken. |