Een relationele database is een verzameling gegevens georganiseerd in tabellen, met relaties tussen hen. Hier zijn de belangrijkste componenten:
1. Tabellen:
* rijen (platen): Elke rij vertegenwoordigt een enkele entiteit (bijv. Een klant, een product, een bestelling).
* kolommen (velden): Elke kolom vertegenwoordigt een specifiek kenmerk of kenmerk van de entiteit. Een "klanten" -tabel kan bijvoorbeeld kolommen hebben voor "klant -ID", "naam" "adres", "e -mail", enz.
2. Relaties:
* Buitenlandse toetsen: Dit zijn kolommen in één tabel die verwijzen naar de primaire toetsen in een andere tabel. Dit definieert de relaties tussen tabellen.
* Primaire toetsen: Een unieke identificatie voor elke rij binnen een tabel. Dit zorgt ervoor dat elke rij verschillend is.
3. Gegevensintegriteit:
* beperkingen: Regels die gegevensconsistentie en nauwkeurigheid afdwingen. Gemeenschappelijke beperkingen zijn onder meer:
* primaire sleutel: Handhaaft een uniekheid van elk record.
* Buitenlandse sleutel: Zorgt ervoor dat relaties tussen tabellen geldig zijn.
* Niet null: Voorkomt dat een veld leeg is.
* uniek: Zorgt ervoor dat een waarde uniek is in een kolom.
* Controleer: Valideert gegevens tegen gespecificeerde voorwaarden.
4. Gegevensdefinitie taal (DDL):
* Definieert de structuur van de database.
* Bevat commando's zoals:
* Tabel maken: Maakt een nieuwe tabel.
* ALTER TABEL: Wijzigt een bestaande tabel.
* Drop -tabel: Verwijdert een tabel.
5. Gegevensmanipulatietaal (DML):
* Gebruikt voor het manipuleren van de gegevens in de database.
* Bevat commando's zoals:
* invoegen: Voegt nieuwe gegevens toe aan een tabel.
* update: Wijzigt bestaande gegevens in een tabel.
* Verwijderen: Verwijdert gegevens uit een tabel.
* Selecteer: Haalt gegevens uit de database op.
6. Gegevensbeheersingstaal (DCL):
* Gebruikt voor het beheren van gebruikerstoegang en beveiliging.
* Bevat commando's zoals:
* Grant: Rechten rechten toe aan gebruikers.
* intrekken: Herroept voorrechten van gebruikers.
7. Transactiebestrijdingstaal (TCL):
* Controleert transacties (werkeenheden) in de database.
* Bevat commando's zoals:
* commit: Bespaart de wijzigingen die in een transactie zijn aangebracht.
* Rollback: Doe de wijzigingen ongedaan gemaakt in een transactie.
8. Database Management System (DBMS):
* Software die de database beheert, inclusief:
* Database -objecten maken en onderhouden (tabellen, indexen, enz.)
* Verwerkingsquery's (SQL)
* Zorgen voor gegevensbeveiliging en integriteit
* Back -up- en herstelfuncties bieden
Samenvattend: Relationele databases zijn krachtige tools voor het organiseren en beheren van grote hoeveelheden gegevens. Ze bieden een gestructureerde aanpak, waarvoor gegevensintegriteit en consistentie worden gewaarborgd en flexibele manieren bieden om informatie te ondervragen en te analyseren. |