Gegevens in een database worden opgeslagen in tabellen .
Hier is een uitsplitsing:
* Database: Een verzameling georganiseerde gegevens. Zie het als een bibliotheek met veel boeken.
* Tabellen: Structuren in een database die gerelateerde gegevens opslaan. Dit zijn net als de individuele boeken in de bibliotheek.
* rijen: Elke rij in een tabel vertegenwoordigt een enkel record (bijvoorbeeld een klant, een bestelling, een product).
* kolommen: Elke kolom in een tabel vertegenwoordigt een specifiek kenmerk of gegevensveld (bijv. Klantnaam, besteldatum, productprijs).
Voorbeeld:
Stel je een database voor voor een online winkel. Het kan tafels hebben zoals:
* klanten: Informatie opslaan over elke klant (naam, adres, e -mail, enz.)
* Bestellingen: Gegevens opslaan over klantbestellingen (bestel -ID, besteldatum, klant -ID, producten, enz.)
* Producten: Informatie opslaan over elk product (product -ID, naam, prijs, beschrijving, enz.)
Binnen elk van deze tabellen worden gegevens georganiseerd in rijen en kolommen.
Beyond Tables:
* indexen: Dit zijn speciale gegevensstructuren die worden gebruikt om het ophalen van gegevens te versnellen door snelkoppelingen te maken op basis van specifieke kolommen.
* weergaven: Dit zijn virtuele tabellen die een aangepaste weergave van gegevens uit een of meer onderliggende tabellen bieden.
Hoewel gegevens in een database voornamelijk in tabellen worden opgeslagen, zijn er andere ondersteunende structuren die die gegevens efficiënt helpen beheren en toegang krijgen. |