Databases zijn afkomstig van een combinatie van menselijke behoefte en technologische innovatie .
Hier is een uitsplitsing:
De behoefte:
* Informatie organiseren: Mensen hebben altijd informatie nodig om informatie te organiseren, van vroege grotschilderingen tot handgeschreven grootboeken. Naarmate informatie complexer werd, werden traditionele methoden onvoldoende.
* Informatie delen: De noodzaak om informatie te delen en toegang te krijgen tot individuen en locaties, voedde de ontwikkeling van meer gestructureerde opslagsystemen.
De innovatie:
* computertechnologie: De komst van computers zorgde voor de verwerkingskracht en opslagcapaciteit die nodig is voor het beheren van grote hoeveelheden gegevens.
* Gegevensmodellen: De ontwikkeling van gegevensmodellen zoals relationele databases bood een manier om gegevens logisch en efficiënt te organiseren, waardoor het gemakkelijker is om te vragen en toegang te krijgen.
* Softwareontwikkeling: Software -ingenieurs hebben gespecialiseerde databasebeheersystemen (DBM's) ontwikkeld om databases effectief te maken, beheren en toegang krijgen tot.
Key mijlpalen:
* 1960s: Vroege databasebeheersystemen zoals IMS van IBM werden ontwikkeld, voornamelijk voor grote bedrijven.
* 1970s: Het concept van relationele databases is ontstaan met het werk van Edgar F. Codd, revolutionering van databaseontwerp en -beheer.
* 1980s: De wijdverbreide acceptatie van personal computers en de opkomst van SQL (gestructureerde querytaal) maakte databases toegankelijk voor een breder publiek.
* 1990-present: Internet en cloud computing hebben de ontwikkeling van database aanzienlijk beïnvloed, wat leidt tot nieuwe soorten databases zoals NoSQL en gedistribueerde databases.
Samenvattend is databases geëvolueerd om te voldoen aan de groeiende behoefte om toenemende hoeveelheden informatie te organiseren, op te slaan en te beheren. Deze behoefte, gecombineerd met vooruitgang in computertechnologie en softwareontwikkeling, resulteerde in de geavanceerde databasesystemen die we vandaag gebruiken. |