Normalisatie is een proces dat wordt gebruikt bij het ontwerpen van databases om een database te creëren die efficiënt is en redundantie vermindert. Het gaat om het opsplitsen van een database in meerdere tabellen, en het organiseren van die tabellen op een manier die het gemakkelijk maakt om gegevens bij te werken, in te voegen en te verwijderen, terwijl de kans op inconsistenties in de gegevens wordt geminimaliseerd.
De doelstellingen van normalisatie zijn:
* Zorg voor gegevensintegriteit door gegevensredundantie te elimineren.
* Vereenvoudig het ontwerp van de database door onnodige complexiteit te verwijderen.
* Verbeter de prestaties door de gegevenstoegangspatronen te optimaliseren.
* Maak de database flexibeler en gemakkelijker aan te passen.
Het normalisatieproces omvat verschillende stappen, ook wel normale vormen genoemd, die geleidelijk afwijkingen verwijderen en een optimaal databaseontwerp garanderen.
1. Eerste normaalvorm (1NF):
- Elimineert dubbele rijen binnen een tabel.
- Zorgt ervoor dat elke rij uniek wordt geïdentificeerd door een primaire sleutel.
2. Tweede normaalvorm (2NF):
- Zorgt ervoor dat elke niet-sleutelkolom volledig afhankelijk is van de primaire sleutel.
- Elimineert gedeeltelijke afhankelijkheden van de primaire sleutel.
3. Derde normaalvorm (3NF):
- Zorgt ervoor dat elke niet-sleutelkolom direct afhankelijk is van de primaire sleutel en niet transitief afhankelijk is van een andere niet-sleutelkolom.
- Verwijdert transitieve afhankelijkheden tussen niet-sleutelkolommen.
Door deze normale vormen te volgen, wordt een database in een genormaliseerde staat gebracht, waardoor gegevensredundantie wordt geminimaliseerd, afwijkingen worden verminderd en de gegevensintegriteit wordt gewaarborgd. Het resulteert in een goed gestructureerde database die efficiënt is in het opslaan en ophalen van gegevens, flexibel is bij wijzigingen en veerkrachtig is bij gegevensinconsistenties. |