Transmissietijd =(gegevensgrootte in bits) / (gegevenssnelheid in bits per seconde)

Gegeven:

Gegevensgrootte =100 k bits =100.000 bits

Gegevenssnelheid =1 Mbps =1.000.000 bits per seconde

Als we deze waarden in de formule stoppen, krijgen we:

Transmissietijd =(100.000 bits) / (1.000.000 bits per seconde)

=0,1 seconden

Daarom duurt het 0,1 seconde om 100 k bits aan gegevens over een lijn van 1 Mbps te verzenden.