De hoeveelheid elektriciteit die een persoon kan doden, hangt af van verschillende factoren, waaronder het pad dat de elektriciteit door het lichaam aflegt, de duur van de blootstelling en de algehele gezondheid en gevoeligheid van het individu. Over het algemeen kan slechts 100 milliampère (mA) wisselstroom (AC) die gedurende enkele seconden door het hart stroomt, fataal zijn. Het is echter belangrijk op te merken dat zelfs lagere stromen onder bepaalde omstandigheden ernstig letsel of de dood kunnen veroorzaken.
De relatie tussen spanning en stroomsterkte is ook belangrijk. Spanning is de elektrische druk die ervoor zorgt dat er stroom vloeit, terwijl de stroomsterkte de hoeveelheid stroom is die vloeit. Over het algemeen kunnen hogere spanningen ernstiger letsel veroorzaken, maar het is de stroomsterkte die door het lichaam gaat die het risico op elektrocutie bepaalt.
Om dit in perspectief te plaatsen:een standaard stopcontact voor huishoudelijk gebruik in de Verenigde Staten levert doorgaans 120 volt wisselstroom. Hoewel deze spanning gevaarlijk kan zijn als deze door het lichaam gaat, is het risico op dodelijke elektrocutie relatief laag, tenzij de stroom een bepaald niveau overschrijdt. Zelfs een kleine hoeveelheid stroom kan echter dodelijk zijn als deze door het hart of andere kritieke organen stroomt.
Het is belangrijk om te onthouden dat elektriciteit uiterst gevaarlijk kan zijn en dat zelfs een laag stroomniveau ernstig letsel of de dood kan veroorzaken. Het is van cruciaal belang om de juiste veiligheidsmaatregelen te nemen bij het werken met elektriciteit, inclusief het gebruik van goed geaarde apparatuur, het vermijden van contact met spanningvoerende draden en het zoeken van professionele hulp wanneer dat nodig is. |