Om een back-up van uw bestanden te maken, heeft u het volgende nodig:
1. Een back-upapparaat. Dit kan een externe harde schijf, een USB-flashstation of een cloudopslagdienst zijn.
2. Back-upsoftware. Dit is software waarmee u uw back-ups kunt maken en beheren. Sommige besturingssystemen, zoals Windows en macOS, worden geleverd met ingebouwde back-upsoftware. U kunt ook back-upsoftwareprogramma's van derden vinden die meer functies bieden.
3. Een back-upplan. Dit is een plan waarin wordt beschreven hoe u een back-up van uw bestanden gaat maken en hoe vaak u dit gaat doen. Uw back-upplan moet worden afgestemd op uw specifieke behoeften. Als u bijvoorbeeld veel belangrijke bestanden heeft, wilt u er misschien elke dag een back-up van maken. Als u minder belangrijke bestanden heeft, hoeft u er mogelijk slechts één keer per week of zelfs één keer per maand een back-up van te maken.
Zodra u dit materiaal heeft verzameld, kunt u deze stappen volgen om een back-up van uw bestanden te maken:
1. Verbind uw back-upapparaat met uw computer.
2. Open uw back-upsoftware.
3. Selecteer de bestanden waarvan u een back-up wilt maken.
4. Kies een back-upbestemming.
5. Start het back-upproces.
Zodra het back-upproces is voltooid, moet u controleren of er een succesvolle back-up van uw bestanden is gemaakt. U kunt dit doen door de back-upbestemming te openen en te controleren of uw bestanden daar zijn. |