Auteurs van malware gebruiken verschillende technieken om antivirusmotoren te ontwijken, waardoor het een constante wapenwedloop is tussen beveiligingsonderzoekers en aanvallers. Hier zijn enkele van de gemeenschappelijke methoden:
Obfuscatie en verpakking:
* polymorfisme: De codestructuur wijzigen zonder de functionaliteit ervan te wijzigen. Dit maakt het moeilijker voor antivirushandtekeningen om de malware te identificeren.
* metamorfisme: De code muteren telkens wanneer deze wordt uitgevoerd, waardoor deze elke keer praktisch uniek is.
* Inpakken: De code comprimeren in een kleiner, moeilijker om het formaat te analyseren. Dit kan kwaadaardige code verbergen binnen schijnbaar onschadelijke programma's.
* Codecodering: Het coderen van de kwaadaardige code om het voor antivirusmotoren moeilijker te maken om te detecteren. De code wordt alleen tijdens runtime gedecodeerd, waardoor het moeilijk is voor statische analyse.
Zwakte van het systeem exploiteren:
* nul-day exploits: Het benutten van kwetsbaarheden in software die nog niet bekend of gepatcht zijn. Met deze exploits kan malware beveiligingsmechanismen omzeilen en toegang krijgen tot het systeem.
* rootkits: Verbergde kwaadwillende code diep in het besturingssysteem, waardoor het voor antivirusmotoren moeilijk is om te detecteren.
* Escalatie voor privilege: Het gebruik van kwetsbaarheden om hogere privileges te verkrijgen, waardoor de malware beveiligingsmaatregelen kan omzeilen en toegang krijgt tot gevoelige gegevens.
Ontduikingstechnieken:
* Anti-VM-detectie: Detecteren of de malware in een virtuele omgeving wordt uitgevoerd, die vaak wordt gebruikt door antivirusmotoren voor analyse. De malware kan vervolgens zijn gedrag wijzigen of zichzelf beëindigen om detectie te voorkomen.
* Anti-debugging-technieken: Detecteren of de malware wordt opgelost door antivirussoftware. Het kan vervolgens zijn gedrag wijzigen of beëindigen om detectie te ontwijken.
* Netwerk Obfuscation: Technieken zoals codering of tunneling gebruiken om kwaadaardig netwerkverkeer te verbergen voor antivirusmotoren.
* Code -injectie: Het injecteren van kwaadaardige code in legitieme processen, waardoor de malware kan worden uitgevoerd zonder te worden gedetecteerd als een afzonderlijk programma.
Andere technieken:
* Social Engineering: Gebruikers misleiden om malware te installeren door het te verbergen als legitieme software of het gebruik van phishing -e -mails.
* Levering legitieme software: Legitieme software zoals scripttalen of macro's gebruiken om kwaadaardige code uit te voeren.
tegenmaatregelen:
* constante updates: Antivirusmotoren vertrouwen op constante updates met nieuwe handtekeningen en detectietechnieken om malware voor te blijven.
* Heuristische analyse: Op zoek naar verdachte patronen in codegedrag in plaats van te vertrouwen op specifieke handtekeningen.
* Sandbox -omgevingen: Malware analyseren in geïsoleerde omgevingen om te voorkomen dat het het systeem van de gebruiker beïnvloedt.
* machine learning: Machine learning -algoritmen gebruiken om malware te identificeren op basis van zijn gedrag en andere functies.
Het is belangrijk op te merken dat de strijd tussen malware -auteurs en beveiligingsonderzoekers aan de gang is, waarbij beide partijen constant innoveren. Gebruikers moeten altijd waakzaam blijven door hun software bijgewerkt te houden, voorzichtig te zijn met verdachte links en bijlagen en betrouwbare antivirussoftware te gebruiken. |