CONFIG.SYS
CONFIG.SYS werd voor het eerst geïntroduceerd met MS-DOS versie 5.0. Het is een op tekst gebaseerd bestand en wordt gebruikt om de systeemconfiguratie van MS-DOS te wijzigen.
Dit bestand bevat een reeks opdrachten die worden uitgevoerd wanneer MS-DOS wordt gestart. Deze opdrachten kunnen verschillende aspecten van het besturingssysteem besturen, zoals het laden van apparaatstuurprogramma's, het instellen van omgevingsvariabelen en het configureren van geheugenbeheer.
Het is belangrijk om het bestand CONFIG.SYS zorgvuldig aan te passen, omdat onjuiste syntaxis of configuratiewijzigingen kunnen leiden tot instabiliteit van het systeem of zelfs tot falen van het opstarten.
De indeling van het CONFIG.SYS-bestand is als volgt:
```
[Algemene instellingen]
DEVICE=[Pad naar apparaatstuurprogramma] [Opties]
SHELL=[Pad naar opdrachtprocessor] [Opties]
FILES=[Aantal geopende bestanden]
BUFFERS=[Aantal schijfbuffers]
STACKS=[Aantal stapelsegmenten]
[Apparaatstuurprogramma's en andere opdrachten]
```
Hier volgt een korte uitleg van elke sectie:
- [Algemene instellingen] :deze sectie bevat algemene configuratie-instellingen die van toepassing zijn op het hele systeem. Deze omvatten de apparaatstuurprogramma's en opdrachten die door CONFIG.SYS worden geladen, evenals instellingen voor geheugenbeheer zoals BUFFERS en STACKS.
- APPARAAT= :Met deze opdracht wordt een apparaatstuurprogramma in het geheugen geladen. Het pad naar het apparaatstuurprogrammabestand en eventuele benodigde opties moeten worden opgegeven na DEVICE=.
- SHELL= :Met deze opdracht wordt de opdrachtprocessor opgegeven die door MS-DOS moet worden gebruikt. De standaardopdrachtprocessor is COMMAND.COM, maar u kunt hier een alternatieve opdrachtprocessor opgeven.
- BESTANDEN= :Met deze opdracht wordt het maximale aantal bestanden ingesteld dat gelijktijdig door MS-DOS kan worden geopend. De standaardwaarde is 8.
- BUFFERS= :Met deze opdracht wordt het aantal schijfbuffers ingesteld dat door MS-DOS wordt gebruikt om de prestaties van de schijftoegang te verbeteren. De standaardwaarde is 15.
- STAPELS= :Met deze opdracht wordt het aantal stapelsegmenten ingesteld dat beschikbaar is voor gebruik door MS-DOS. De standaardwaarde is 9.
Nadat u wijzigingen heeft aangebracht in het CONFIG.SYS-bestand, vergeet dan niet om het op te slaan en uw computer opnieuw op te starten zodat de wijzigingen van kracht worden. |