Veel computertalen gebruiken mnemonische namen, maar het beroemdste voorbeeld is assemblagetaal .
Dit is waarom:
* mnemonic: Mnemonic betekent "helpen of bedoeld om het geheugen te helpen." In de assemblagetaal zijn mnemonics korte, gemakkelijk te onthouden afkortingen voor machine-instructies.
* Voorbeeld: In plaats van een binaire code te schrijven zoals `10110000`, schrijft u zoiets als` mov ax, bx` in de assemblagetaal.
* leesbaarheid: Dit maakt de code veel leesbaarder en begrijpelijker, zelfs voor iemand die niet diep bekend is met de onderliggende machine -instructies.
Hoewel assemblagetaal het meest prominente voorbeeld is, gebruiken andere talen ook mnemonics:
* talen op hoog niveau: Talen zoals C en Java gebruiken zinvolle identificatiegegevens voor variabelen, functies en klassen (bijv. `Calculatearea ',` customerName'), die ook dienen als mnemonics voor hun doel.
* instructiesets: Zelfs binnen talen op hoog niveau kunnen sommige delen mnemonische namen gebruiken. De functie `printf ()` in C is bijvoorbeeld een mnemonic voor "gedrukte geformatteerde".
Het is belangrijk op te merken:
Hoewel veel talen mnemonics gebruiken, vervangen ze niet noodzakelijkerwijs de noodzaak van documentatie of opmerkingen binnen de code. Mnemonics helpen bij het begrijpen van de code in één oogopslag, maar een goede verklaring is nog steeds cruciaal voor complexe logica of ingewikkelde delen van de code. |