Bij het aansluiten van twee schakelaars met een straight-through UTP kabel is de kleurcodering als volgt:
- Pin 1 (wit/groen) aan het ene uiteinde wordt aangesloten op pin 1 (wit/groen) aan het andere uiteinde
- Pin 2 (groen) aan het ene uiteinde wordt aangesloten op pin 2 (groen) aan het andere uiteinde
- Pin 3 (wit/oranje) aan het ene uiteinde wordt aangesloten op pin 3 (wit/oranje) aan het andere uiteinde
- Pin 4 (blauw) aan het ene uiteinde wordt aangesloten op pin 4 (blauw) aan het andere uiteinde
- Pin 5 (wit/blauw) aan het ene uiteinde wordt aangesloten op pin 5 (wit/blauw) aan het andere uiteinde
- Pin 6 (oranje) aan het ene uiteinde wordt aangesloten op pin 6 (oranje) aan het andere uiteinde
- Pin 7 (wit/bruin) aan het ene uiteinde wordt aangesloten op pin 7 (wit/bruin) aan het andere uiteinde
- Pin 8 (bruin) aan het ene uiteinde wordt aangesloten op pin 8 (bruin) aan het andere uiteinde
Deze kleurcodering zorgt ervoor dat de signalen goed tussen de twee schakelaars worden verzonden en ontvangen. |