De mogelijke IP-adressen die bij gebruik van een draadloze router aan hosts kunnen worden toegewezen, zijn afhankelijk van het subnetmasker en het IP-adresbereik dat op de router is geconfigureerd.
Doorgaans gebruiken draadloze routers het subnet 192.168.1.0/24, wat betekent dat de IP-adressen die aan hosts worden toegewezen binnen het bereik van 192.168.1.1 tot 192.168.1.254 kunnen liggen.
Het is echter belangrijk op te merken dat het subnetmasker en het IP-adresbereik op de meeste draadloze routers kunnen worden aangepast. Als gevolg hiervan kunnen de mogelijke IP-adressen die aan hosts kunnen worden toegewezen variëren, afhankelijk van de specifieke configuratie van de router.
Om te bepalen welke mogelijke IP-adressen kunnen worden toegewezen aan hosts op uw draadloze netwerk, kunt u het subnetmasker en het IP-adresbereik controleren dat op de router is geconfigureerd. Deze informatie is doorgaans te vinden op de beheerdersconsole van de router of in de documentatie van de router. |