In de infrastructuurmodus werkt een draadloos netwerk met een centraal toegangspunt (AP) of router. Alle draadloze apparaten (zoals laptops, smartphones, enz.) maken verbinding met dit centrale toegangspunt, dat vervolgens fungeert als gateway naar het bekabelde netwerk en internet. Het AP zorgt voor de communicatie tussen de apparaten en de rest van het netwerk.
Dit is de meest gebruikelijke manier waarop draadloze netwerken worden opgezet in huizen, kantoren en openbare plaatsen. Het is in tegenstelling tot de ad-hocmodus, waarbij apparaten rechtstreeks met elkaar verbinding maken zonder een centraal toegangspunt. |