Een draadloos toegangspunt (AP) gebruikt een proces genaamd bakening Om WLAN -klanten in staat te stellen beschikbare netwerken te ontdekken.
Hier is hoe het werkt:
1. Beacons: De AP zendt periodiek speciale frames uit die "Beacons" worden genoemd. Deze bakens bevatten informatie over het netwerk, waaronder:
* SSID (Service Set ID): De netwerknaam.
* BSSID (Basic Service Set ID): Het MAC -adres van de AP.
* Beveiligingsinformatie: Coderingstype (WPA2/3) en authenticatiemethoden.
* Andere netwerkparameters: Kanaal, gegevenssnelheden, etc.
2. Passief scannen: WLAN -klanten (zoals laptops, telefoons, enz.) Luisteren naar deze bakens. Ze scannen passief de luchtgolven en verzamelen informatie over nabijgelegen netwerken.
3. Netwerkontdekking: Door de ontvangen bakenframes te analyseren, leren klanten over beschikbare netwerken en hun kenmerken.
4. Netwerkselectie: Op basis van verschillende factoren zoals signaalsterkte, SSID, beveiligingsinstellingen, enz. Kiest de client een netwerk om aan te maken.
Kortom, bakening is het mechanisme waarmee draadloze toegangspunten hun aanwezigheid en netwerkinformatie aankondigen aan klanten in de buurt, waardoor ze beschikbare netwerken kunnen ontdekken. |