Gegevens worden in een draadloos netwerk getransporteerd met behulp van radiogolven. Deze golven zijn een vorm van elektromagnetische straling die zich door de lucht kan verplaatsen zonder dat er een fysieke verbinding tussen apparaten nodig is. Wanneer gegevens via een draadloos netwerk worden verzonden, worden deze eerst omgezet in een digitaal signaal. Dit signaal wordt vervolgens gemoduleerd op een radiogolf, die vervolgens door een antenne wordt verzonden. De radiogolven worden ontvangen door een andere antenne, die het signaal weer omzet in een digitaal formaat. Dit digitale signaal kan vervolgens door een computer of ander apparaat worden verwerkt.
Er zijn een aantal verschillende soorten draadloze netwerken, die elk een andere frequentieband en modulatieschema gebruiken. Het meest voorkomende type draadloos netwerk is Wi-Fi, dat werkt in de frequentiebanden 2,4 GHz en 5 GHz. Wi-Fi wordt gebruikt om apparaten zoals computers, smartphones en tablets met internet te verbinden. Een ander type draadloos netwerk is Bluetooth, dat werkt in de 2,4 GHz-frequentieband. Bluetooth wordt gebruikt om apparaten zoals draadloze headsets en luidsprekers met computers en smartphones te verbinden.
De snelheid van een draadloze netwerkverbinding kan variëren afhankelijk van een aantal factoren, waaronder het type netwerk, de frequentieband en de afstand tussen de apparaten. Wi-Fi-netwerken kunnen doorgaans snelheden tot 100 Mbps bieden, terwijl Bluetooth-netwerken snelheden tot 2 Mbps kunnen bieden. |