WAN Data Link-protocollen beschrijven de procedures voor het verzenden van dataframes over een Wide Area Network (WAN) op de datalinklaag (laag 2) van het OSI-model. In tegenstelling tot LAN-protocollen, die vaak uitgaan van een relatief homogene en gecontroleerde omgeving, moeten WAN-protocollen omgaan met diverse netwerktechnologieën, potentieel lange afstanden en variërende foutpercentages. Concreet definiëren zij:
* Frameformaten: De structuur van de datapakketten (frames), inclusief header- en trailervelden voor adressering, foutdetectie en stroomcontrole. Dit varieert aanzienlijk tussen protocollen.
* Foutdetectie en -correctie: Mechanismen voor het detecteren en mogelijk corrigeren van fouten die optreden tijdens de verzending via de vaak minder betrouwbare WAN-verbindingen. Veel voorkomende technieken zijn onder meer controlesommen en cyclische redundantiecontroles (CRC's).
* Stroomcontrole: Methoden om de snelheid van gegevensoverdracht te reguleren om te voorkomen dat een snelle afzender een langzamere ontvanger overweldigt, wat leidt tot gegevensverlies of congestie. Vaak gaat het daarbij om technieken als windowing.
* Adres: Hoe de afzender en ontvanger van een dataframe binnen het WAN te identificeren. Dit kan complexer zijn dan bij LAN's vanwege de bredere geografische reikwijdte.
* Lijndiscipline: Procedures voor het beheren van de fysieke verbinding, zoals het tot stand brengen, onderhouden en beëindigen van een verbinding.
Voorbeelden van WAN-datalinkprotocollen zijn onder meer:
* Datalinkbeheer op hoog niveau (HDLC): Een bitgeoriënteerd protocol dat als basis wordt gebruikt voor veel andere WAN-protocollen. Het is een veelzijdig protocol dat verschillende frameformaten en bedieningsmodi ondersteunt.
* Point-to-Point Protocol (PPP): Een veelgebruikt protocol voor het tot stand brengen van point-to-point-verbindingen via verschillende media, zoals inbellen en DSL. Het ondersteunt authenticatie en foutdetectie.
* Framerelais: Een pakketgeschakelde technologie die verbindingsgerichte en verbindingsloze diensten biedt. Het richt zich op efficiënte gegevensoverdracht via gedeelde WAN-koppelingen.
* Asynchrone overdrachtsmodus (ATM): Een snelle, celgebaseerde schakeltechnologie die een hoge bandbreedte en lage latentie biedt, hoewel deze nu minder gebruikelijk is.
Kortom, WAN Data Link-protocollen verwerken de details op laag niveau van betrouwbare datatransmissie in de vaak minder voorspelbare omgeving van een WAN, waardoor de kloof tussen de fysieke laag en de netwerklaag wordt overbrugd (laag 3). |