Novell NetWare en Microsoft Networks (zoals Windows NT/2000/XP/Server) vertegenwoordigen fundamenteel verschillende benaderingen van netwerkbesturingssystemen (NOS) en hun architecturen. Hier is een overzicht van hun belangrijkste verschillen:
Novell NetWare:
* Client-serverarchitectuur: NetWare was vanaf het begin een puur client-serversysteem. De server bevatte alle bestands- en afdrukbronnen en clients hadden er toegang toe. Deze gecentraliseerde controle was een kernsterkte.
* Gericht op bestands- en afdrukservices: Het voornaamste doel was het leveren van robuuste diensten voor het delen van bestanden en afdrukken. Hoewel het over andere capaciteiten beschikte, waren dit zijn kerncompetenties.
* Eigen protocollen: NetWare gebruikte zijn eigen netwerkprotocollen (aanvankelijk IPX/SPX, later met integratie van TCP/IP). Dit zorgde voor enkele interoperabiliteitsproblemen met andere systemen.
* Directoryservices: NetWare Directory Services (NDS) bood een hiërarchische, gedistribueerde directoryservice voor het beheer van gebruikers, groepen en bronnen. Dit was een belangrijke vooruitgang voor zijn tijd.
* Sterke beveiliging: NetWare bood robuuste beveiligingsfuncties, waaronder gebruikersauthenticatie, toegangscontrolelijsten (ACL's) en encryptie.
* Dedicated servers: NetWare werd doorgaans op speciale servers uitgevoerd, waardoor de prestaties van netwerkdiensten werden geoptimaliseerd.
Microsoft-netwerken (bijvoorbeeld Windows NT/2000/Server):
* Hybride aanpak: De netwerkbenadering van Microsoft evolueerde van peer-to-peer (eerdere versies van Windows) naar een sterk client-servermodel (NT en hoger). Uiteindelijk integreerde het naadloos met TCP/IP, waardoor de interoperabiliteit eenvoudiger werd.
* Geïntegreerd besturingssysteem: Microsoft integreerde netwerkfunctionaliteit rechtstreeks in zijn besturingssystemen. Dit was een belangrijke verschuiving; NetWare was een aparte NOS.
* Meerdere services: De serverbesturingssystemen van Microsoft zijn geëvolueerd om een veel breder scala aan diensten te bieden die verder gaan dan het delen van bestanden en afdrukken, waaronder webserving, databasehosting, directoryservices (Active Directory), enz.
* TCP/IP-dominantie: Microsoft heeft TCP/IP volledig omarmd en werd de dominante kracht bij de adoptie van dit standaard internetprotocol.
* Active Directory: Active Directory werd de hoeksteen van de directoryservices van Microsoft en bood een krachtig en flexibel systeem voor het beheren van gebruikers, groepen en bronnen binnen een netwerk.
* Veelzijdige implementatie: Microsoft-serversystemen kunnen in verschillende configuraties worden ingezet, van kleine werkgroepen tot enorme bedrijfsnetwerken.
In het kort:
| Kenmerk | Novell NetWare | Microsoft-netwerken (Windows Server) |
|---------------|------------------------------------|------------------------------------------|
| Architectuur | Toegewijde client-server | Client-Server, geëvolueerd van peer-to-peer |
| Primaire focus | Bestands- en printerdeling | Breder dienstenaanbod |
| Protocollen | Voornamelijk IPX/SPX (later TCP/IP) | Voornamelijk TCP/IP |
| Directoryservice | NDS | Actieve map |
| Integratie | Standalone NOS | Geïntegreerd in het besturingssysteem |
| Marktaandeel | Historisch belangrijk, nu niche | Dominant op de zakelijke en MKB-markt |
NetWare was in die tijd een krachtig en invloedrijk netwerkbesturingssysteem, dat vooral werd gewaardeerd vanwege zijn robuuste bestands- en afdrukmogelijkheden en NDS. De geïntegreerde aanpak van Microsoft en de prevalentie van TCP/IP leidden echter tot een dominante positie op de markt. Tegenwoordig heeft NetWare een aanzienlijk kleiner marktaandeel, vooral in oudere systemen. |