Zonder een specifieke lijst met uitspraken waaruit ik kan kiezen, kan ik alleen voorbeelden geven van valse uitspraken over virtueel geheugen. Hier zijn er een paar:
* Onjuiste bewering 1: Virtueel geheugen elimineert de noodzaak voor fysiek RAM. (Onjuist omdat virtueel geheugen fysiek RAM *gebruikt*, maar de schijnbare omvang vergroot door gegevens van en naar secundaire opslag te wisselen.)
* Onjuiste bewering 2: Virtueel geheugen verbetert altijd de prestaties. (Onjuist omdat het voortdurend wisselen van gegevens tussen RAM en secundaire opslag (thrashing) een systeem aanzienlijk kan vertragen.)
* Onjuiste bewering 3: Virtueel geheugen voorkomt fouten met onvoldoende geheugen volledig. (Niet waar, want hoewel het deze problemen verzacht, zal het nog steeds tot fouten leiden als het systeem ernstig geheugenbeperkt is en ook geen ruimte op de schijf kan vinden.)
* Onjuiste bewering 4: De virtuele adresruimte is altijd kleiner dan de fysieke adresruimte. (Niet waar; het is meestal *groter*, waardoor programma's meer geheugen kunnen gebruiken dan fysiek beschikbaar is.)
Om te bepalen welke bewering onwaar is, moet u de lijst met uitspraken opgeven waarmee u werkt. |