Een netwerklink die het verkeer van meerdere VLAN's draagt, wordt een trunking -link genoemd .
Hier is een uitsplitsing van hoe het werkt:
* VLAN's (virtuele lokale gebiedsnetwerken): VLAN's scheiden logisch apparaten op een netwerk, zelfs als ze fysiek zijn aangesloten op dezelfde schakelaar. Dit verbetert de beveiliging en vereenvoudigt het netwerkbeheer.
* Trunking: Trunking is een mechanisme waarmee een enkele fysieke link verkeer van meerdere VLAN's kan dragen. Dit wordt bereikt door elk frame te taggen met een VLAN -ID (VLAN ID).
* vlan tagging: Elk frame verzonden op een kofferbaklink is getagd met een specifieke VLAN -ID. Met deze tag kan het ontvangende apparaat het VLAN bepalen waartoe het frame behoort en het dienovereenkomstig doorstuurt.
Hier zijn enkele belangrijke kenmerken van een trunk -link:
* Efficiëntie: Trunking elimineert de noodzaak van afzonderlijke fysieke links voor elk VLAN, waardoor het opslaan op bekabeling en poortbronnen wordt bespaard.
* schaalbaarheid: Trunking maakt de uitbreiding van VLAN's mogelijk zonder wijzigingen in de fysieke infrastructuur te vereisen.
* Beveiliging: Trunking helpt het verkeer te isoleren van verschillende VLAN's, waardoor de netwerkbeveiliging wordt verbeterd.
Gemeenschappelijke trunking -protocollen:
* 802.1q: Het meest voorkomende trunking-protocol, het gebruikt een 4-byte-tag om VLAN's te identificeren.
* ISL (inter-schakelaarlink): Een gepatenteerd trunkingprotocol ontwikkeld door Cisco.
Samenvattend:
Een trunk -link is een waardevol netwerkcomponent waarmee het efficiënte en veilige transport van verkeer van meerdere VLAN's via een enkele fysieke link mogelijk wordt. Het is een cruciale technologie voor moderne, schaalbare en veilige netwerken. |