Gecentraliseerde computersystemen hebben één centrale computer (of een klein cluster dat als één eenheid fungeert) die alle verwerkingen uitvoert en alle gegevens opslaat. Hier zijn enkele voorbeelden, rekening houdend met het feit dat pure, volledig gecentraliseerde systemen steeds zeldzamer worden vanwege de voordelen van gedistribueerde systemen:
* Mainframecomputers: Deze grote, krachtige machines waren decennialang de dominante vorm van computergebruik. Alle verwerking en gegevensopslag vond plaats op het mainframe en gebruikers hadden er toegang toe via terminals. Hoewel het in sommige sectoren (financiën, overheid) nog steeds wordt gebruikt, is hun dominantie afgenomen.
* Vroege timesharingsystemen: Met deze systemen konden meerdere gebruikers de bronnen van één grote computer delen. Alle verwerking vond plaats op de centrale machine.
* Client-serverarchitectuur (met een sterk gecentraliseerde server): Hoewel client-server over het algemeen als gedistribueerd wordt beschouwd, kan een systeem sterk gecentraliseerd zijn als de server bijna alle verwerking en gegevensopslag afhandelt, en de clients in wezen domme terminals zijn. Een klein, energiezuinig kassasysteem in een winkel dat verbinding maakt met een krachtige centrale server voor alle verwerking is een voorbeeld (hoewel veel moderne kassasystemen meer gedistribueerd zijn).
* Sommige oudere industriële besturingssystemen (ICS): Oudere ICS-systemen, vooral die in kritieke infrastructuur, kunnen een centrale computer hebben die verantwoordelijk is voor het bewaken en besturen van alle aspecten van het systeem.
* Vroege speelhallen voor videogames: De arcade-machine zelf was niet gecentraliseerd, maar de verwerking en grafische weergave van het hele spel werden binnen die ene machine afgehandeld. Er waren geen gedistribueerde componenten bij betrokken.
Het is belangrijk op te merken dat de term 'gecentraliseerd' relatief is. Een systeem kan grotendeels gecentraliseerd zijn, maar toch enkele kleine gedistribueerde elementen gebruiken. Het kernconcept blijft dat één enkel punt een aanzienlijk deel van de verwerking en gegevensopslag regelt. Moderne cloud computing lijkt vanuit gebruikersperspectief weliswaar gecentraliseerd, maar is in werkelijkheid sterk gedistribueerd over talloze servers en datacenters. |