Een bedrijf dat de voordelen demonstreert van het netwerken van iets nieuws (laten we het 'het apparaat' noemen) zou verschillende soorten tests uitvoeren, die grofweg in deze categorieën vallen:
1. Functioneel testen: Hiermee wordt de basisfunctionaliteit van het apparaat binnen het netwerk geverifieerd.
* Connectiviteitstesten: Kan het apparaat succesvol communiceren met andere apparaten en netwerkbronnen (servers, databases, andere apparaten)? Dit omvat het testen van verschillende netwerkprotocollen (TCP/IP, UDP, enz.) en het bevestigen van de verwachte gegevensoverdrachtsnelheden. Er zouden tools als ping, traceroute en netwerkanalysatoren worden gebruikt.
* Interoperabiliteitstesten: Werkt het apparaat correct met bestaande netwerkhardware en -software? Dit omvat routers, switches, firewalls en alle specifieke toepassingen waarmee het apparaat moet communiceren.
* Beveiligingstests: Voldoet het apparaat aan het netwerkbeveiligingsbeleid? Dit omvat kwetsbaarheidsbeoordelingen, penetratietesten en controle op naleving van relevante beveiligingsnormen.
2. Prestatietesten: Hiermee wordt de impact van het apparaat op de algehele netwerkprestaties en de eigen prestaties onder verschillende belastingen geëvalueerd.
* Laadtesten: Hoe presteert het netwerk met het apparaat onder verschillende belastingsomstandigheden (bijvoorbeeld piekgebruik)? Dit meet responstijden, doorvoer en resourcegebruik.
* Stresstesten: Kan het apparaat omgaan met extreme omstandigheden, zoals ongewoon veel verkeer of beperkte middelen? Dit helpt bij het identificeren van breekpunten en kwetsbaarheden.
* Schaalbaarheidstesten: Hoe goed schaalt het apparaat naarmate het netwerkverkeer of het datavolume toeneemt? Dit is van cruciaal belang als toekomstige groei wordt verwacht.
3. Betrouwbaarheidstesten: Hiermee worden de stabiliteit en uptime van het apparaat beoordeeld.
* Stabiliteitstesten: Hoe lang kan het apparaat zonder storing of onderbreking functioneren? Dit kan betekenen dat het apparaat gedurende langere perioden continu moet worden gebruikt.
* Hersteltesten: Hoe snel en effectief herstelt het apparaat van storingen (bijvoorbeeld netwerkstoringen, stroomonderbrekingen)?
* Fouttolerantietesten: Hoe goed gaat het apparaat om met fouten en onverwachte gebeurtenissen?
4. Bruikbaarheidstests (indien van toepassing): Als het apparaat een gebruikersinterface of menselijke interactie omvat, is dit soort testen essentieel.
* Gebruikersacceptatietesten (UAT): Echte gebruikers testen de bruikbaarheid en functionaliteit van het apparaat om potentiële problemen te identificeren voordat ze worden ingezet.
Specifieke voorbeelden afhankelijk van het "nieuwe ding":
* Nieuw IoT-apparaat: Focus sterk op connectiviteit, beveiliging (kwetsbaarheidsscans voor veelvoorkomende IoT-exploits) en testen van energieverbruik.
* Nieuwe server: Geef prioriteit aan belastingtests, stresstests, schaalbaarheidstests en beveiligingstests.
* Nieuw netwerkapparaat (bijvoorbeeld firewall): Het testen van de interoperabiliteit met bestaande netwerkcomponenten is van het grootste belang, evenals het testen van de prestaties onder verschillende verkeersscenario's.
Het type en de omvang van de tests zullen afhangen van het specifieke apparaat, het beoogde doel, de kritiekheid van de functie ervan en de risicotolerantie van het bedrijf. Er moet een grondig testplan worden ontwikkeld dat alle relevante aspecten omvat. |