Verschillende factoren moeten overeenkomen met de communicatie tussen alle NIC's (netwerkinterfacekaarten) op een netwerk om succesvolle gegevensoverdracht te garanderen:
1. Fysieke laag:
* Media Type: Alle NIC's moeten dezelfde fysieke media gebruiken (bijv. Ethernet -kabel, glasvezelkabel).
* connectoren: Ze moeten compatibele connectoren gebruiken (bijv. RJ-45, SFP).
* Signaleringsmethode: De elektrische of optische signalen die voor communicatie worden gebruikt, moeten compatibel zijn.
2. Gegevenslinklaag:
* Mac -adres: Elke NIC heeft een uniek media -toegangscontrole (MAC) -adres. Hoewel niet strikt nodig is om te matchen, moeten de communicerende NIC's elkaars Mac -adressen van elkaar kunnen herkennen voor de juiste gegevensuitwisseling.
* protocol: Alle NIC's op een netwerk moeten hetzelfde protocol voor gegevenslinklaag gebruiken (bijv. Ethernet, tokenring). Dit definieert het formaat van frames die worden gebruikt voor gegevensoverdracht.
* framing: Het formaat van de gegevensframes, inclusief de header en trailer, moet consistent zijn.
3. Netwerklaag:
* Netwerkadres: Hoewel ze niet direct gerelateerd zijn aan de NIC, moeten de communicerende apparaten elkaars IP -adressen voor de juiste routing kunnen herkennen.
4. Andere overwegingen:
* snelheid: De transmissiesnelheden van alle verbonden NIC's moeten compatibel zijn. Een snellere NIC werkt niet met een langzamere.
* duplex: Alle NIC's moeten dezelfde duplex-modus gebruiken (half-duplex of full-duplex). Half-duplex zorgt voor gegevensoverdracht in één richting tegelijk, terwijl full-duplex gelijktijdige transmissie en ontvangst mogelijk maakt.
Samenvattend vereist succesvolle communicatie tussen NIC's compatibiliteit in de fysieke en datalinklagen, inclusief het mediatype, connectoren, signaalmethode, protocol en framing. Bovendien moeten de snelheids- en duplex -instellingen overeenkomen om transmissiefouten te voorkomen. |