De twee meest voorkomende netwerkapparaten die worden gebruikt om hosts bij de toegangslaag te verbinden, zijn:
1. Schakelaars: Schakelaars zijn het werkpaard van de toegangslaag. Ze bieden een speciale verbinding voor elke verbonden host, waardoor een efficiënte communicatie tussen apparaten op hetzelfde netwerksegment wordt gewaarborgd. Schakelaars werken op Layer 2 (datalinklaag) van het OSI -model en gebruiken MAC -adressen om verkeer door te sturen.
2. Draadloze toegangspunten (WAPS): Voor draadloze netwerken zijn toegangspunten essentieel. Ze overbruggen de kloof tussen draadloze clients (zoals laptops, smartphones en tablets) en het bekabelde netwerk. WAP's werken ook in Layer 2 en zijn verantwoordelijk voor het beheer van draadloze communicatie en authenticatie.
Hier is een uitsplitsing van hun rollen:
* schakelaars:
* Geef voor elke host een speciale verbinding.
* Zorg voor hoge bandbreedte en lage latentiecommunicatie binnen een netwerksegment.
* Kan centraal worden beheerd voor eenvoudiger configuratie en beveiliging.
* Draadloze toegangspunten:
* Laat draadloze apparaten verbinding maken met een bekabeld netwerk.
* Beheer draadloze communicatie, inclusief authenticatie en beveiliging.
* Kan meerdere draadloze normen ondersteunen, zoals 802.11a/b/g/n/ac.
Deze twee apparaten zijn essentiële componenten voor het bouwen van een robuust en efficiënt netwerk bij de toegangslaag. |