Hoewel zowel computernetwerken als interconnectienetwerken verbindende apparaten omvatten, zijn er belangrijke verschillen:
computernetwerken
* focus: Voornamelijk ontworpen voor communicatie en het delen van middelen onder apparaten.
* Scope: Kan variëren van kleine thuisnetwerken tot enorme wereldwijde netwerken zoals internet.
* apparaten: Verbind meestal heterogene apparaten , zoals computers, smartphones, printers, servers, enz.
* protocollen: Gebruik een verscheidenheid aan communicatieprotocollen , inclusief TCP/IP, HTTP, FTP, enz.
* Gegevensstroom: Gegevens kunnen in verschillende richtingen stromen, waaronder unicast, multicast en uitzending .
* Toepassingen: E -mail, webbrowsen, bestandsuitwisseling, videoconferenties, etc.
interconnectienetwerken
* focus: Ontworpen voor high-performance communicatie Binnen een enkel systeem , met name voor Parallel Computing .
* Scope: Meestal gevonden in supercomputers , clusters en krachtige computersystemen.
* apparaten: Verbind Homogene apparaten (Processors, geheugenmodules, enz.) Binnen een enkel systeem.
* protocollen: Gebruike gespecialiseerde Interconnect -protocollen geoptimaliseerd voor high-speed data-transfers.
* Gegevensstroom: Meestal point-to-point of Directe verbinding tussen apparaten.
* Toepassingen: Wetenschappelijke simulaties, data -analyse, machine learning en andere computationeel intensieve taken.
Hier is een tabel die de belangrijkste verschillen samenvat:
| Feature | Computernetwerk | Interconnection Network |
| --- | --- | --- |
| focus | Communicatie en het delen van middelen | Krachtige communicatie binnen een enkel systeem |
| Scope | Lokaal, Wide-Area, Global | Binnen een enkel systeem (supercomputer, cluster) |
| apparaten | Heterogeen (computers, printers, smartphones, enz.) | Homogeen (processors, geheugenmodules) |
| protocollen | TCP/IP, HTTP, FTP, enz. | Gespecialiseerde Interconnect -protocollen |
| Gegevensstroom | Unicast, multicast, uitzending | Point-to-point, directe verbinding |
| Toepassingen | E -mail, webbrowsen, bestanden delen, videoconferenties | Wetenschappelijke simulaties, gegevensanalyse, machine learning |
In wezen:
* Computernetwerken gaan over het verbinden van diverse apparaten om informatie en bronnen over geografische afstanden te delen.
* interconnectienetwerken gaan over het verbinden van krachtige componenten binnen een enkel systeem om massaal parallelle verwerking mogelijk te maken.
Het is belangrijk op te merken dat het onderscheid tussen deze twee soorten netwerken niet altijd duidelijk is. Sommige systemen kunnen zowel computernetwerken als interconnectienetwerken gebruiken om te functioneren. Een supercomputer kan bijvoorbeeld een interconnectienetwerk gebruiken om zijn processors en geheugenmodules te verbinden, terwijl hij ook een computernetwerk gebruikt om toegang te krijgen tot externe gegevensbronnen of met andere systemen te communiceren. |