Een computer is verbonden met een netwerk wanneer deze een fysieke verbinding heeft met een netwerkinterface, meestal een Ethernet-poort of een Wi-Fi-adapter. Op Windows-computers kunt u controleren of uw computer met een netwerk is verbonden door op het netwerkpictogram in de taakbalk te klikken en 'Open Netwerk- en Deelcentrum' te selecteren. Dit toont u de status van uw huidige netwerkverbinding, evenals eventuele beschikbare verbindingen waarmee uw computer verbinding kan maken. Op macOS-computers kunt u de netwerkverbinding controleren door op het Wi-Fi-pictogram in de menubalk te klikken en 'Open netwerkvoorkeuren' te selecteren. Dit toont u de status van uw huidige netwerkverbinding, evenals een lijst met beschikbare netwerken waarmee uw computer verbinding kan maken. |