Er zijn twee soorten agenten die vaak worden gebruikt om de naleving van het netwerkbeveiligingsbeleid te controleren:
1. Hostgebaseerde agenten: Deze agenten bevinden zich op individuele apparaten (servers, werkstations, enz.) en bewaken de beveiligingsstatus van die specifieke machine. Ze controleren of het beleid wordt nageleefd met betrekking tot software-updates, firewallconfiguraties, antivirusstatus en andere lokale beveiligingsinstellingen.
2. Netwerkgebaseerde agenten (of apparaten): Deze agenten monitoren het netwerkverkeer en -gedrag om schendingen van het netwerkbeveiligingsbeleid te identificeren. Ze analyseren de gegevensstroom en zoeken naar verdachte patronen, ongeautoriseerde toegangspogingen en andere beleidsschendingen. Voorbeelden hiervan zijn systemen voor inbraakdetectie/preventie (IDS/IPS) en systemen voor netwerktoegangscontrole (NAC). |