Er zijn verschillende technieken waarmee gebruikers gegevens kunnen verzenden via onbetrouwbare netwerken:
Foutdetectie en correctie:
* Checksums: Eenvoudige berekeningen op basis van de gegevens die samen met de gegevens worden verzonden. De ontvanger rekent de chequesom opnieuw en vergelijkt deze met de ontvangen. Elke mismatch geeft een fout aan.
* pariteitsbits: Een enkel bit toegevoegd aan een gegevensblok om een oneven of zelfs nummer van 1 bits in het blok te garanderen. Gebruikt voor eenvoudige foutdetectie.
* Cyclische redundantiecontrole (CRC): Meer geavanceerd dan pariteitsbits, gebruikt CRC een polynoomdivisie -algoritme om een controlesom te genereren dat robuuster is voor fouten.
* Forward Error Correction (FEC): Voegt redundante gegevens toe aan het bericht, waardoor de ontvanger de originele gegevens kan reconstrueren, zelfs als een deel ervan verloren is.
Gegevenssegmentatie en hermontage:
* pakketten: Gegevens worden onderverdeeld in kleinere eenheden die pakketten worden genoemd. Elk pakket bevat informatie over zijn bestemming, sequentienummer en foutcontrolecode. Dit zorgt voor eenvoudiger opnieuw monteren, zelfs als pakketten verloren gaan of buiten volgorde aankomen.
* TCP/IP (transmissie -besturingsprotocol/internetprotocol): TCP is een betrouwbaar transportprotocol dat in de juiste volgorde gegevens levert. Het maakt gebruik van erkenningen (ACK) en hertransmissies om het verlies van pakket af te handelen. IP is verantwoordelijk voor het aanpakken en routeren van pakketten in het netwerk.
Retransmission Network:
* TCP Retransmissions: Als een pakket verloren gaat, wordt TCP opnieuw opgeleverd totdat een ACK is ontvangen. Dit zorgt ervoor dat alle gegevens uiteindelijk worden geleverd.
* udp (User Datagram Protocol): UDP is een verbindingsloos protocol dat geen levering garandeert. Het kan echter worden gebruikt met hertransmissiemechanismen in toepassingen om onbetrouwbare netwerken te verwerken.
Netwerkbeheer en optimalisatie:
* Route -optimalisatie: Het kiezen van het meest betrouwbare pad om gegevens via het netwerk te verzenden.
* verkeersvorming: Het prioriteren van verkeer op basis van het belang ervan en het aanpassen van netwerkbronnen om de prestaties te optimaliseren.
* Netwerkmonitoring: Netwerkprestaties bijhouden en potentiële problemen identificeren om downtime te minimaliseren en gegevenslevering te waarborgen.
Andere technieken:
* Multipath -routering: Het tegelijkertijd verzenden van gegevens over meerdere paden, waardoor de redundantie en veerkracht naar netwerkfalen toeneemt.
* Netwerkcodering: Het combineren van pakketten uit meerdere bronnen om nieuwe pakketten te maken die via het netwerk kunnen worden verzonden, waardoor de efficiëntie en veerkracht worden verbeterd.
De specifieke technieken die worden gebruikt om gegevens over onbetrouwbare netwerken te verzenden, zijn afhankelijk van de toepassing, de netwerkomgeving en het gewenste betrouwbaarheidsniveau. |