Er is geen enkele term die alle beveiligingsmaatregelen omvat die zijn ontworpen om een netwerk te beschermen. Het is een brede categorie met veel verschillende componenten.
Hier zijn enkele termen die specifieke soorten netwerkbeveiligingsmaatregelen beschrijven:
* Netwerkbeveiligingscontroles: Dit is een algemene term die verwijst naar elk mechanisme dat wordt gebruikt om een netwerk te beschermen.
* Netwerkbeveiligingsapparaten: Dit zijn fysieke of virtuele apparaten die netwerkbeveiliging bieden, zoals firewalls, inbraakdetectiesystemen (ID's), inbraakpreventiesystemen (IP's) en VPN's.
* Netwerkbeveiligingsprotocollen: Dit zijn reeksen regels en procedures die bepalen hoe gegevens worden verzonden en uitgewisseld via een netwerk, waardoor veilige communicatie wordt gewaarborgd. Voorbeelden zijn TLS/SSL, SSH en IPSEC.
* Netwerkbeveiligingsbeleid: Dit zijn geschreven documenten die de aanpak van een organisatie voor netwerkbeveiliging schetsen, inclusief toegangscontrole, wachtwoordbeheer en procedures voor incidentrespons.
* Best practices voor netwerkbeveiliging: Dit zijn aanbevolen praktijken voor het beveiligen van netwerken, waaronder segmentatie, kwetsbaarheidsscannen en regelmatig patchen.
* Netwerkbeveiligingsbewaking: Dit omvat het actief observeren van netwerkverkeer en activiteiten voor verdachte patronen of bedreigingen.
Afhankelijk van de specifieke context kunt u verschillende termen gebruiken om een bepaalde beveiligingsmaatregel te beschrijven. U kunt bijvoorbeeld praten over een "firewall -regel" om een specifieke configuratie op een firewall -apparaat te beschrijven.
Het is belangrijk op te merken dat netwerkbeveiliging een meerlagige aanpak is, en deze verschillende componenten werken samen om een netwerk effectief te beschermen. |