802.11b, de originele veel aangenomen draadloze standaard, heeft eigenlijk zeer beperkte beveiligingsfuncties :
* Geen ingebouwde codering: 802.11b zelf biedt geen coderingsmechanismen. Dit betekent dat gegevens die via een 802.11b -netwerk worden verzonden, in cleartext worden verzonden, waardoor het zeer kwetsbaar is voor afluisteren.
* Wired Equivalent Privacy (WEP): Dit was de eerste poging om beveiliging toe te voegen aan 802.11b. WEP bleek echter ongelooflijk zwak te zijn en gemakkelijk te kraken vanwege verschillende kwetsbaarheden.
* Korte, statische toetsen: WEP gebruikt een 40-bit of 104-bit sleutel, die gemakkelijk bruut worden gedwongen door moderne computers.
* Zwak coderingsalgoritme (RC4): Het coderingsalgoritme zelf is gevoelig voor aanvallen, waardoor aanvallers gegevens relatief gemakkelijk kunnen decoderen.
* Gebrek aan integriteitscontroles: WEP biedt geen mechanismen om te detecteren of gegevens tijdens de transmissie zijn geknoeid.
Het ontbreken van sterke beveiligingsfuncties in 802.11b was een grote zorg, wat de ontwikkeling van 802.11i (WPA) en later 802.11i (WPA2) aanspoorde om robuuste codering en authenticatie te bieden.
Daarom is het cruciaal om te voorkomen dat 802.11b -netwerken worden gebruikt voor elke gevoelige gegevensoverdracht. Als u een ouder netwerk moet gebruiken, overweeg dan om een VPN te gebruiken om een extra beveiligingslaag toe te voegen. |