De transportlaag van het OSI -model garandeert een betrouwbare berichtbezorging.
Dit is waarom:
* segmentatie en hermontage: De transportlaag breekt gegevens op in kleinere segmenten en voegt headers toe met informatie zoals volgnummers en controlesums. Hierdoor kan de ontvanger de gegevens in de juiste volgorde weer in elkaar zetten, zelfs als segmenten uit volgorde aankomen.
* Foutdetectie en correctie: De transportlaag maakt gebruik van mechanismen zoals checksums om fouten tijdens de transmissie te detecteren. Als fouten worden gedetecteerd, vraagt de ontvanger vraagt om heroverweging van het beschadigde segment.
* stroomregeling: De transportlaag regelt het tarief waarmee gegevens worden verzonden om te voorkomen dat de ontvanger overweldigd wordt. Dit zorgt ervoor dat gegevens worden ontvangen en efficiënt worden verwerkt.
* Verbindingsgerichte services: Protocollen zoals TCP (Transmission Control Protocol) werken op de transportlaag en bieden een verbindingsgerichte service. Dit betekent dat een virtueel circuit wordt vastgesteld tussen de afzender en de ontvanger voordat de gegevensoverdracht begint, wat betrouwbare levering garandeert.
Hoewel de transportlaag betrouwbare levering biedt, is het belangrijk op te merken dat:
* Netwerklaag: De netwerklaag (laag 3) behandelt routing en adressering, waardoor gegevens de juiste bestemming bereikt. Het garandeert echter geen betrouwbare levering. Pakketten kunnen verloren, gedupliceerd zijn of op deze laag buiten gebruik komen.
* Gegevenslinklaag: De datalinklaag (laag 2) gaat over fysieke adressering en foutdetectie binnen een lokaal netwerksegment. Het is verantwoordelijk voor foutvrije transmissie binnen een netwerksegment, maar niet voor end-to-end levering.
Conclusie is de transportlaag de belangrijkste speler om de betrouwbare berichtlevering in het OSI -model te waarborgen. |