Het type netwerk waarbij elke computer zijn eigen machtigingen en beveiligingsinstellingen onderhoudt, wordt een peer-to-peer (P2P) netwerk genoemd .
Dit is waarom:
* Gedecentraliseerde controle: In een P2P -netwerk is er geen centrale server of autoriteit die toegang en machtigingen beheert. Elke computer is verantwoordelijk voor zijn eigen beveiliging.
* Individuele beveiliging: Dit betekent dat elke computer zijn eigen wachtwoorden, gebruikersaccounts, firewall -regels en andere beveiligingsmaatregelen instelt.
* Gedeelde bronnen: Hoewel computers bronnen zoals bestanden en printers kunnen delen, doen ze dit rechtstreeks met elkaar, niet via een centrale server.
Voorbeelden van P2P -netwerken:
* Home Networks: Meestal wordt een thuisnetwerk ingesteld als een P2P -netwerk, waarbij elke computer zijn eigen beveiligingsinstellingen heeft.
* Small Business Networks: Kleinere bedrijven kunnen een P2P -netwerk gebruiken voor eenvoud, vooral als ze geen toegewijd IT -personeel hebben.
* Netwerken voor het delen van bestanden: P2P -netwerken waren in het verleden populair voor het delen van bestanden, waardoor gebruikers bestanden direct kunnen verbinden en delen.
Contrast met client-server-netwerken:
Een client-server-netwerk heeft daarentegen een centrale server die beveiliging en toegang voor alle computers (clients) op het netwerk beheert. Dit zorgt voor meer gecentraliseerde controle en beheer van beveiliging. |