De specifieke protocollen die u op een netwerk gebruikt, hangen sterk af van uw behoeften en het type netwerk waarmee u werkt. Hier is een uitsplitsing van gemeenschappelijke protocollen en hun gebruik:
Netwerklaag (laag 3):
* IP (internetprotocol): De basis van internet. Het behandelt het aanpakken en routeren van datapakketten.
* ICMP (Internet Control Message Protocol): Gebruikt voor fout- en besturingsberichten, zoals ping -aanvragen.
* ARP (adresresolutieprotocol): Kaarten IP -adressen naar fysieke Mac -adressen.
Transportlaag (laag 4):
* TCP (transmissiecontroleprotocol): Een verbindingsgericht protocol met betrouwbare, geordende afgifte van gegevens. Gebruikt voor het browsen van web, e -mail, bestandsoverdrachten.
* udp (User Datagram Protocol): Een verbindingsloos protocol dat snellere, minder betrouwbare gegevensoverdracht biedt. Gebruikt voor streaming, DNS -vragen, VoIP.
Toepassingslaag (laag 7):
* http (hypertext transfer protocol): Het protocol dat wordt gebruikt voor het overbrengen van webpagina's en gegevens op internet.
* https (hypertext transfer protocol veilig): Een veilige versie van HTTP die SSL/TLS -codering gebruikt.
* ftp (bestandsoverdrachtsprotocol): Gebruikt voor het overbrengen van bestanden tussen computers.
* SMTP (Simple Mail Transfer Protocol): Gebruikt voor het verzenden van e -mail.
* POP3 (Post Office Protocol 3) en IMAP (Internet Message Access Protocol): Protocollen voor het ophalen van e -mail van een mailserver.
* dns (domeinnaamsysteem): Vertaalt domeinnamen in IP -adressen.
* ssh (beveiligde shell): Een veilig protocol voor externe inlog- en opdrachtuitvoering.
* Telnet (Telnet Protocol): Een protocol voor login op afstand, maar niet veilig.
* rdp (extern desktopprotocol): Hiermee kunt u een andere computer op afstand bedienen.
* SMB (serverberichtblok): Een protocol dat wordt gebruikt voor het delen van bestanden en printer op Windows Networks.
* nfs (netwerkbestandssysteem): Een protocol dat wordt gebruikt voor het delen van bestanden op UNIX- en Linux -netwerken.
beveiligingsprotocollen:
* SSL/TLS (beveiligingslaag voor beveiligde stopcontacten/transportlaag): Codeert communicatie tussen webservers en browsers.
* Ipsec (internetprotocolbeveiliging): Biedt beveiligingsdiensten zoals authenticatie en codering op de netwerklaag.
* WPA2/WPA3 (Wi-Fi beschermde toegang): Veilige protocollen voor draadloze netwerken.
Andere belangrijke protocollen:
* DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol): Wijst automatisch IP -adressen toe aan apparaten.
* SNMP (eenvoudig netwerkbeheerprotocol): Gebruikt voor het bewaken en beheren van netwerkapparaten.
Belangrijkste overwegingen voor het kiezen van protocollen:
* Betrouwbaarheid: Heeft u een gegarandeerde levering van gegevens nodig?
* Beveiliging: Is data -vertrouwelijkheid, integriteit en authenticatie cruciaal?
* prestaties: Hoe belangrijk is snelheid en efficiëntie?
* Compatibiliteit: Welke protocollen worden ondersteund door uw apparaten en software?
Laat het me weten als je meer details wilt over specifieke protocollen of hoe je ze in je netwerk kunt implementeren! |