Om te voorkomen dat hostverkeer een broadcaststorm veroorzaakt, moet Spanning Tree Protocol (STP) op alle netwerkswitches zijn ingeschakeld.
STP werkt door het creëren van een logische boomtopologie binnen het netwerk, waardoor lussen worden voorkomen en ervoor wordt gezorgd dat er slechts één actief pad is tussen twee apparaten. Wanneer een switch een bridge protocol data unit (BPDU) ontvangt van een andere switch, gebruikt deze de informatie in de BPDU om het beste pad naar de rootbridge te bepalen en welke poorten moeten worden geblokkeerd om lussen te voorkomen.
Door redundante paden te blokkeren, voorkomt STP dat uitzendverkeer voor onbepaalde tijd wordt doorgestuurd en zorgt ervoor dat het alleen de beoogde bestemmingen bereikt. Dit helpt de netwerkcongestie te minimaliseren en de stabiliteit van het netwerk te behouden. |