Een kleine privépraktijk heeft hoogstwaarschijnlijk een kleinkantorennetwerk (SON) . Dit is doorgaans een eenvoudig Local Area Network (LAN) dat gebruikmaakt van technologieën zoals:
* Ethernet: Bekabelde verbindingen met Ethernet-kabels zijn gebruikelijk voor betrouwbare, snelle verbindingen tussen computers, printers en andere apparaten.
* Wi-Fi: Draadloze toegangspunten (WAP's) zouden draadloze connectiviteit bieden voor laptops, tablets en smartphones. Dit is vaak een handiger optie voor personeel en soms patiënten (bijvoorbeeld voor incheckkiosken).
* Een basisrouter en switch: Deze beheren het netwerkverkeer en bieden internettoegang. Vaak wordt vanwege de eenvoud een gecombineerde router/switch/WAP-apparaat gebruikt.
* Een kleine bestandsserver (optioneel): Kan worden gebruikt voor gedeelde documenten en opslag, hoewel oplossingen voor cloudopslag steeds populairder worden.
Het netwerk zou relatief eenvoudig zijn en de complexe infrastructuur en beveiligingsmaatregelen ontberen die je wel bij grotere organisaties ziet. De omvang en complexiteit zouden worden bepaald door het aantal werknemers en de specifieke technologische behoeften van de praktijk (bijvoorbeeld medische beeldvormingsapparatuur, elektronische medische dossiers (EPD)-systemen). |