IPv6-adressen hebben geen enkel "speciaal teken" zoals bijvoorbeeld reguliere expressies dat zouden kunnen doen. In plaats daarvan gebruiken ze een specifieke set karakters en *regels* voor hun representatie. De sleutelfiguren zijn:
* Cijfers 0-9: Deze vormen het numerieke deel van het adres.
* Kleine letters a-f: Deze vertegenwoordigen hexadecimale waarden (0-15). Hoofdletters zijn over het algemeen *toegestaan* bij de meeste implementaties, maar worden niet als standaard best practice beschouwd.
* Dubbele punten (:) :Deze scheiden de 16-bits hexadecimale blokken van het adres.
* Dubbele dubbele punten (::) :Dit vertegenwoordigt een of meer opeenvolgende blokken nullen en wordt gebruikt voor adresafkorting. Je kunt dit *eenmalig* gebruiken binnen een IPv6-adres.
Dus hoewel er niet één speciaal teken is, zijn de dubbele punt en vooral de dubbele dubbele punt cruciaal en uniek voor het IPv6-adresformaat. Ze onderscheiden het van IPv4-adressen. |