Er zijn verschillende manieren om het IP-adres van uw router te vinden op een Mac met macOS:
Methode 1:Systeemvoorkeuren gebruiken (eenvoudigst)
1. Klik op het Apple-menu in de linkerbovenhoek van uw scherm.
2. Selecteer Systeemvoorkeuren .
3. Klik op Netwerk .
4. Selecteer uw actieve netwerkverbinding (meestal Wi-Fi of Ethernet).
5. Klik op Geavanceerd... knop.
6. Ga naar TCP/IP tabblad.
7. Zoek naar de Router: binnenkomst. Het IP-adres dat ernaast staat, is het IP-adres van uw router.
Methode 2:de terminal gebruiken (voor gevorderde gebruikers)
Open de Terminal-applicatie (te vinden in Programma's/Hulpprogramma's) en typ een van de volgende opdrachten en druk vervolgens op Return:
* `ipconfig getifaddr en0` (Dit werkt meestal voor Wi-Fi. Vervang `en0` door `en1` of een andere interfacenaam indien nodig. U kunt de juiste interfacenaam vinden met `ifconfig`.)
* `ipconfig getifaddr en1` (Dit werkt meestal voor Ethernet. Vervang `en1` door `en0` of een andere interfacenaam indien nodig.)
* `netstat -nr | grep standaard` Met deze opdracht wordt het IP-adres van de standaardgateway (uw router) weergegeven. Zoek naar de regel "standaard" en het IP-adres in de kolom "Bestemming".
Belangrijke overwegingen:
* Meerdere interfaces: Als u meerdere netwerkinterfaces heeft (bijvoorbeeld Wi-Fi en Ethernet), moet u bepalen welke interface momenteel actief is en de bijbehorende opdracht gebruiken in Methode 2, of de juiste interface controleren in Methode 1.
* Interfacenamen: De namen `en0`, `en1`, enz. in Methode 2 kunnen variëren, afhankelijk van uw Mac en hoe uw netwerk is geconfigureerd. Het `ifconfig`-commando (hierboven vermeld) zal u al uw netwerkinterfaces en hun namen tonen.
* Routerconfiguratie: Het IP-adres van de router is doorgaans 192.168.1.1, 192.168.0.1, 10.0.0.1 of 10.1.1.1, maar dit kan verschillen, afhankelijk van de fabrikant en configuratie van uw router. De bovenstaande methoden laten u het *werkelijke* IP-adres zien dat uw Mac gebruikt om met uw router te communiceren, ongeacht de standaardinstelling.
Methode 1 (Systeemvoorkeuren) is de eenvoudigste en aanbevolen aanpak voor de meeste gebruikers. Methode 2 (Terminal) biedt meer technische details en is handig als u het IP-adres van de router voor een specifieke netwerkinterface moet identificeren. |