Dynamische IP -adressering wordt uitgevoerd door een DHCP -server (Dynamic Host Configuration Protocol Server) .
Hier is hoe het werkt:
1. Apparaatverzoek: Wanneer een apparaat (zoals een computer of telefoon) verbinding maakt met een netwerk, verzendt het een uitzendbericht om een IP -adres te vragen.
2. DHCP -serverreactie: De DHCP -server ontvangt het verzoek en wijst een tijdelijk IP -adres toe vanuit de pool van beschikbare adressen.
3. IP -adreslease: De DHCP -server wijst ook een leasetijd toe, die de duur is waarvoor het apparaat het toegewezen IP -adres kan gebruiken.
4. Adres vernieuwing: Wanneer de leasetijd op het punt staat te vervallen, stuurt het apparaat een verzoek naar de DHCP -server om zijn IP -adres te verlengen.
5. Release van IP -adres: Wanneer het apparaat de verbinding verbreekt van het netwerk of het IP -adres niet langer gebruikt, geeft het het terug naar de DHCP -server.
Dit dynamische proces zorgt ervoor dat IP -adressen efficiënt worden gebruikt en vermijdt adresconflicten op het netwerk. |