De netwerkbeheerder moet een privé IP -adresblok gebruiken voor het interne netwerk. Dit is waarom:
* NAT (Netwerkadresvertaling): Het door de ISP toegewezen openbare IP -adres kan worden gebruikt met NAT om alle 22 hosts op het interne netwerk toegang te krijgen tot internet. NAT vertaalt particuliere IP -adressen die in het netwerk worden gebruikt naar het enige openbare IP -adres bij het communiceren met de buitenwereld.
* Private IP -adresbereiken: Particuliere IP -adressen zijn specifiek ontworpen voor interne netwerken en zijn niet routeerbaar op het openbare internet. Dit zorgt voor beveiliging en voorkomt conflicten met andere netwerken. De volgende privé -adresblokken worden vaak gebruikt:
* 10.0.0.0 - 10.255.255.255: Dit blok kan maximaal 16.777.214 hosts ondersteunen.
* 172.16.0.0 - 172.31.255.255: Dit blok kan maximaal 1.048.574 hosts ondersteunen.
* 192.168.0.0 - 192.168.255.255: Dit blok kan maximaal 65.534 hosts ondersteunen.
Voorbeeld:
De netwerkbeheerder zou de 192.168.0.0/24 kunnen kiezen Netwerk, dat tot 254 hosts mogelijk maakt. Ze zouden dan IP -adressen binnen dat bereik toewijzen aan de 22 hosts op het interne netwerk. De router die het interne netwerk met internet verbindt, zou NAT gebruiken om de privé -IP -adressen te vertalen naar het openbare IP -adres.
Belangrijke opmerking: Het specifieke gekozen privé -IP -blok is afhankelijk van de netwerkgrootte en toekomstige schaalbaarheidsbehoeften. |