U hebt geen informatie verstrekt over de netwerkconfiguratie van PC1 en PC2. Om het bestemmings -IP -adres te bepalen dat PC1 zal gebruiken, heb ik de volgende informatie nodig:
* IP -adres van PC2: Dit is het belangrijkste stukje informatie.
* Netwerkconfiguratie van PC1: Dit omvat zijn IP -adres, subnetmasker en standaardgateway. Deze informatie helpt te bepalen of PC1 direct met PC2 kan communiceren of dat het het pakket via een gateway moet routeren.
Voorbeeld:
Laten we zeggen:
* PC2's IP -adres is 192.168.1.10
* het IP -adres van PC1 is 192.168.1.2
* het subnetmasker van PC1 is 255.255.255.0
In dit scenario kan PC1 direct communiceren met PC2 omdat ze op hetzelfde subnet staan. Daarom zou PC1 192.168.1.10 plaatsen als het bestemmings -IP -adres in de pakketkop.
Geef de nodige netwerkdetails op, zodat ik u een nauwkeurig antwoord kan geven. |