Er zijn verschillende mechanismen voor het oplossen van een hostnaam in het bijbehorende IP -adres:
1. DNS (Domain Name System)
* meest voorkomende en veel gebruikte methode.
* DNS -servers fungeren als mappen en wijzen hostnamen toe aan IP -adressen.
* Wanneer een apparaat verbinding wil maken met een website (bijv. Google.com), stuurt het een DNS -query naar een DNS -server.
* De server reageert met het IP -adres dat aan de hostnaam is gekoppeld.
* DNS is hiërarchisch, met rootservers, top-niveau domeinservers (bijv. .Com, .org) en gezaghebbende servers voor individuele domeinen.
2. Lokale hosts -bestand
* Een eenvoudig bestand op uw computer dat hostnaam-IP-adres paren opslaat.
* Dit bestand wordt geraadpleegd voordat DNS -query's worden gestart.
* Handig voor het overschrijden van DNS -vermeldingen of voor het toewijzen van lokale hostnamen aan IP -adressen.
* Gelegen op `/etc/hosts` op Linux/Unix -systemen en` C:\ Windows \ System32 \ Drivers \ etc \ hosts` op Windows.
3. Statische hostnames
* Handmatig geconfigureerde hostnaam-IP-adresassociaties.
* Meestal gebruikt voor interne netwerken of voor hosts met statische IP -adressen.
* Vereist handmatige configuratie en is minder flexibel dan DNS.
4. DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol)
* wijst IP -adressen dynamisch toe aan apparaten op een netwerk.
* Wanneer een apparaat verbinding maakt met een netwerk, vraagt het om een IP -adres van een DHCP -server.
* De DHCP -server biedt een IP -adres en kan ook andere netwerkinstellingen configureren.
* DHCP-servers kunnen hostnaam-IP-adresmapping-informatie verstrekken, maar het is niet hun primaire functie.
5. Omgekeerde DNS -lookup
* gebruikt om de hostnaam te vinden die is gekoppeld aan een IP -adres.
* Gebruikt een speciaal type DNS -record genaamd een PTR -record.
* Minder vaak gebruikt dan voorwaartse DNS -lookups.
6. ARP (adresresolutieprotocol)
* gebruikt voor het oplossen van MAC -adressen in IP -adressen in een lokaal netwerk.
* ARP is een protocol dat wordt gebruikt om het MAC -adres van een apparaat op een lokaal netwerk te ontdekken.
* Niet direct gebruikt voor de resolutie van de hostnaam, maar het speelt een cruciale rol in netwerkcommunicatie.
De keuze van het mechanisme hangt af van de context. Voor de meeste communicatie op internet is DNS de primaire methode. Voor lokale netwerkcommunicatie kunnen ARP- en lokale host -bestanden worden gebruikt. DHCP wordt gebruikt voor het dynamisch toewijzen van IP -adressen en omgekeerde DNS -opzoekingen worden gebruikt om de hostnaam te vinden die aan een IP -adres is gekoppeld. |