Het gaat niet om hoe vaak een IP -adres kan worden toegewezen, maar eerder hoeveel * unieke * IP -adressen beschikbaar zijn. Hier is een uitsplitsing:
IPv4 (oudere versie):
* Totaal adressen: 2^32 (ongeveer 4,3 miljard)
* bruikbare adressen: Iets minder dan 4,3 miljard, omdat sommige adressen zijn gereserveerd voor speciale doeleinden (bijv. Netwerkadressing, uitzending).
ipv6 (nieuwere versie):
* Totaal adressen: 2^128 (een onvoorstelbaar enorm nummer)
* bruikbare adressen: In wezen onbeperkt voor praktische doeleinden.
Het belangrijkste punt:
Terwijl IPv4 geen adressen meer heeft, heeft IPv6 een enorme voorraad. Het probleem is dat de overgang van IPv4 naar IPv6 een complex proces is en tijd kost.
Dus, hoewel een enkel IP -adres meerdere keren kan worden toegewezen (bijvoorbeeld verschillende apparaten op een netwerk), is er een eindig aantal unieke adressen beschikbaar. Dat nummer is enorm voor IPv6, maar toch eindig. |