Hier volgt een overzicht van de belangrijkste aspecten:

* Protocolvertaling: Dit is de kernfunctie. Een pakketgateway kan bijvoorbeeld pakketten vertalen van een TCP/IP-netwerk naar een IPX-netwerk, of van IPv4 naar IPv6. Het begrijpt de structuur en betekenis van pakketten in beide protocollen en converteert deze dienovereenkomstig.

* Netwerkinterconnectie: Het overbrugt netwerken die anders niet direct compatibel zouden zijn. Dit is van cruciaal belang in scenario's waarin verschillende delen van een netwerk verschillende protocollen gebruiken vanwege verouderde systemen, beveiligingsvereisten of andere factoren.

* Pakketfiltering (soms): Sommige pakketgateways kunnen ook fungeren als firewalls, waarbij pakketten worden gefilterd op basis van regels om de netwerkbeveiliging te verbeteren. Dit is geen kernfunctie, maar een veel voorkomende toevoeging.

* Routing (soms): Net als bij filteren zijn er soms routeringsmogelijkheden inbegrepen. De gateway kan pakketten via meerdere netwerken naar hun beoogde bestemming sturen.

Voorbeeld: Stel je voor dat je een ouder systeem hebt dat op IPX/SPX draait en dit moet verbinden met je moderne TCP/IP-netwerk. Een pakketgateway zou essentieel zijn om de communicatie tussen de twee te vergemakkelijken. De gateway zou IPX/SPX-pakketten ontvangen van het oude systeem, deze vertalen in TCP/IP-pakketten en deze doorsturen naar het TCP/IP-netwerk. Het omgekeerde proces zou plaatsvinden voor verkeer dat van het TCP/IP-netwerk naar het oudere systeem gaat.

Terwijl routers zich primair richten op het doorsturen van pakketten op basis van IP-adressen, houden pakketgateways zich in wezen meer bezig met het omzetten van de onderliggende pakketstructuur en het protocol om communicatie tussen ongelijksoortige netwerken mogelijk te maken. Het onderscheid is subtiel en sommige apparaten bieden mogelijk zowel routerings- als gatewayfunctionaliteit.