Beide telnet en ftp werken bij de Application Layer van het TCP/IP -model. Dit is waarom:
* Toepassingslaag: Deze laag is verantwoordelijk voor het leveren van diensten aan applicaties die op de host worden uitgevoerd. Het behandelt dingen als:
* Gebruikersinterface: Gegevens presenteren aan de gebruiker op een manier die hij kan begrijpen.
* Gegevensopmaak: Gegevens omzetten in een indeling die de toepassing kan gebruiken.
* Netwerkservices: Het verstrekken van specifieke services zoals File Transfer (FTP) of Remote Login (Telnet).
* telnet: Biedt een eenvoudig, tekstgebaseerd communicatiekanaal voor login op afstand. Het gebruikt de tcp Protocol voor betrouwbare gegevensoverdracht.
* ftp: Is ontworpen voor het overbrengen van bestanden tussen systemen. Het gebruikt tcp voor betrouwbare gegevensoverdracht en heeft zijn eigen set opdrachten voor het beheren van bestanden en mappen.
Samenvattend, Zowel Telnet- als FTP -functie in de applicatielaag, met specifieke services die applicaties kunnen gebruiken om te communiceren met het netwerk. |