Ethernet-adressen, ook bekend als MAC-adressen (Media Access Control-adressen), worden normaal gesproken genoteerd als 6 bytes, weergegeven als 12 hexadecimale cijfers, gescheiden in zes groepen van elk twee cijfers door dubbele punten (:) of koppeltekens (-).
Bijvoorbeeld:
* 00:16:3E:1A:A9:8F (met dubbele punten)
* 00-16-3E-1A-A9-8F (met koppeltekens)
Beide notaties vertegenwoordigen hetzelfde adres. De dubbele punten komen iets vaker voor. |